Als je er bent, ruik je het meteen. Ik stond op een modderig pad midden in het bos, en snoof de geur op als een konijntje tussen het gras. Ruik jij het ook? Steek je neus buiten de deur, nu!
De geur van de lente!
Ik rook de lente en haar geur zweefde subtiel tussen de bomen. O wat hou ik van het voorjaar; de periode waarin de wereld lijkt te herleven, de zonnestralen de natuur uit haar winterslaap wakker maakt
🌷 Het is bijna, bijna lente.
Vogels in het bosIk spotte drie koolmezen die van tak naar tak sprongen. Toen ik mijn camera pakte tjilpten ze: sorry mevrouw, we hebben het razend druk met onze nestbouw, poseren zit er niet in! Direct vlogen ze dieper het bos in. Ondertussen zong aan de andere kant van het pad een roodborstje zijn klaterende liedje om zijn territorium af te bakenen. Hij bleef stilletjes zitten maar en wierp me wel een verstoorde blik toe.
Hoewel het een grijze dag was, voelde ik me blij worden bij de gedachte dat de lente eraan komt. Je weet wel: bloesem aan de bomen, bijtjes in de bloemen.
Ik slenterde over het zandpad omhoog en mijn voetstappen klonken zo luid door de losliggende steentjes in het regenspoor: bij elke stap: kggg, kggg. Daar zag ik de boom... even rust.
Uit mijn dagboek: 15 februari
Ik zit op de Elsterkop, halverwege de helling en ik ben niet alleen. Iets verderop krijgt iemand les over zijn mountainbike. Ik zie ook een man zitten op een bankje; is hij oud of jong? Dat kan ik niet zien... te ver weg. Wow, een dikke hommel landt bijna op mijn schrijfboekje... nu wordt het echt lente hoor.
De sporters bespreken levendig de remtechnieken van een mountainbike. De man op het bankje staat op en loopt langzaam het pad af, pet in de hand. Ik maak een foto van hem om de sfeer vast te leggen. Ik maak ook een foto van de boomstam waar met mijn rug tegenaan leun. Ver boven mijn hoofd zie ik de letters: God Loves You
Ik denk na over mijn vele, vele wandelingen. Ik voel me zo gezegend, sowieso dat ik wandelen kàn. Wandelen kost tijd maar het bewegen geeft me energie en creativiteit, zou het vaker moeten doen. Dan word je een leuk mens van. Nog een paar slokken koffie en ik ga weer verder.
Als ik zo laag zit als nu - op een boomstronk - zie ik druppels aan de takjes van de heidestruik. Ik weet dat als ik opsta ze verdwenen zijn. Het is maar net van welke kant je iets bekijkt. Vanuit de hoogte of vanuit de diepte. Ik pak mijn mobiel en schiet een druppel-foto. Of tie gelukt is zie ik thuis wel.
De druppelfoto 👆
Seizoen van verlies
Vanuit de hoogte of vanuit de diepte. Het ligt eraan hoe je de dingen beziet. Ik beschrijf het seizoen waar ik in zit als een seizoen van verlies... of een persoonlijke winter waarin alles doorgaat terwijl ik stil lijk te staan.
Verlies komt in allerlei vormen voor. Sommige verliezen overvallen ons onverwachts en slaan de wind uit onze zeilen. Andere verliezen komen na lange periodes van lijden en wachten. Soms krijgen we te maken met het overlijden van een geliefde, en andere keren kunnen we geconfronteerd worden met het verlies van onze gezondheid, zelfstandigheid, ons huis, onze kerk. Verlies kan fysieke pijn veroorzaken en ons ook in een spirituele depressie storten. Gretchen Saffles
God verraste me
Jaaa de pijn is er, de verwarring, het verdriet, maar ook mooie momenten van gebed en overgave. Ik zou nooit bewust kiezen voor dit seizoen, maar juist nu helpt Hij me om mijn wortels dieper te laten groeien in Zijn Woord en aanwezigheid. In dit seizoen van verlies verrast God me met Zijn gaven.
Soms worden we overvallen door Gods wonderen. Nel Benschop
Lente waar je het niet verwacht
Met beide voeten in de modder van het leven staan, jawel. En toch koester ik de gedachte dat de lente overal kan opduiken en wel juist daar waar je het niet verwacht. in de duistere achterafhoekjes van je leven.
😍 Ik word daar blij van
Op de terugweg van mijn wandeling zie ik een groepje krokussen langs het pad. Nog mooier: juist toen breekt de zon lente-warm door. Ik kniel neer om foto's te maken, niet één, niet twee maar een heleboel plaatjes wil ik hebben. Zo happy met moment.
Dear Lord, afford our souls a spring,
Thou know’st our winter has been long;
Shine forth, and warm our hearts to sing,
And thy rich grace shall be our song.